EMIR Rapportage
In 2009 verplichtte de G20 zich tot hervormingen om de transparantie te vergroten en het tegenpartijrisico in de otc-derivatenmarkt te verkleinen als reactie op de financiële crisis van 2008. De European Market Infrastructure Regulation (EMIR) implementeert de meeste van deze verplichtingen binnen de EU. EMIR, een EU-verordening, trad op 16 augustus 2012 in werking. Via onze partner Interactive Brokers (IB) kunt u gebruik maken van hun gedelegeerde rapportageservice om aan uw verplichtingen te voldoen.
Beleggingscategorieën die onder EMIR vallen
OTC en Exchange Traded derivaten voor de volgende beleggingscategorieën: krediet-, rente-, aandelen-, grondstoffen- en valutaderivaten. De rapportageplicht geldt niet voor op de beurs verhandelde warrants.
Entiteiten die onder de EMIR verplichtingen vallen
Rapportageverplichtingen gelden normaliter voor alle in de EU gevestigde tegenpartijen, met uitzondering van natuurlijke personen. Ze zijn van toepassing op:
- Financial Counterparties (“FC”)
- Non-financial counterparties above the clearing threshold (“NFC+”)
- Non-financial counterparties below the clearing threshold (“NFC-“)
- Third Country Entities outside the EU (“TCE”) in some limited circumstances
De rapportageverplichtingen gelden in principe voor elke in de EU gevestigde entiteit die een derivatencontract heeft afgesloten.
Financial counterparties (“FC”): omvatten banken, beleggingsondernemingen, kredietinstellingen, verzekeraars, icbe’s en pensioenregelingen en alternatieve beleggingsfondsen die door een abi-beheerder worden beheerd. Het Alternative Investment Fund (“AIF”) wordt alleen een FC als de beheerder van dat AIF een vergunning heeft in het kader van de Alternative Investment Fund Managers Directive (“AIFMD”), dus een effect buiten de EU kan onderworpen zijn aan de EMIR-rapportagevereisten.
Non-Financial Counterparty (“NFC”): Een NFC wordt gedefinieerd als een in de EU gevestigde onderneming die niet is gedefinieerd als een FC of een centrale tegenpartij (“CCP”), zoals de clearinginstellingen. NFC’s hebben minder verplichtingen dan FC’s. Maar wanneer een NFC een “clearingdrempel” overschrijdt, wordt het een NFC+, wanneer het onderworpen is aan bijna dezelfde verplichtingen als FC’s (inclusief rapportage van onderpand en waardering). NFC’s onder de clearingdrempel staan bekend als NFC-s. In de praktijk wordt iedereen die geen natuurlijke persoon is (d.w.z. een individu of individuen die een gezamenlijke rekening beheren) gedefinieerd als een NFC- en onderworpen aan rapportageverplichtingen.
Service aangeboden door IB
Zoals hierboven is benoemd, moeten zowel FC’s als NFC’s details van hun transacties (zowel OTC als ETD) rapporteren aan erkende transactieregisters. Aan deze verplichting kan direct worden voldaan via een Trade Repository, of door de operationele aspecten van de rapportage te delegeren aan de tegenpartij of een derde partij (die namens hen rapporten indient).
Interactive Brokers is van plan de uitgifte van LEI’s te faciliteren en rapportage aan te bieden aan klanten voor wie zij transacties uitvoert en cleared, onder voorbehoud van toestemming van de klant, voor zover dit mogelijk is vanuit operationeel, wettelijk en regelgevingsperspectief.
Als u onder EMIR Reporting valt, kunt u inloggen op het Account Management en een LEI aanvragen en uw rapportage delegeren aan Interactive Brokers.
Interactive Brokers is voornemens om waarderingsrapportage op te nemen, maar alleen als het toegestaan is voor Interactive Brokers om dit te doen vanuit een wettelijk en regelgevend perspectief en waar de tegenpartij verplicht is om dit te doen (dat wil zeggen in gevallen waar het een FC of NFC+ is).
Voorwaarde is wel dat Interactive Brokers zijn eigen transactiewaardering gebruikt voor rapportagedoeleinden.
Delegatie van EMIR-rapportage
EMIR staat beide tegenpartijen toe rapportage te delegeren aan een derde partij.
Als een tegenpartij of ctp rapportage aan een derde delegeert, blijft zij uiteindelijk verantwoordelijk voor het voldoen aan de rapportageverplichting. Evenzo moet de tegenpartij of ctp ervoor zorgen dat de derde partij aan wie zij rapportage heeft gedelegeerd, correct rapporteert. Brokers en handelaren hebben geen rapportageverplichting wanneer zij louter als agent optreden. Als een bloktransactie aanleiding geeft tot meerdere transacties, moet elke transactie worden gerapporteerd.
(Sub)Fondsen – De verplichtingen onder EMIR liggen bij de tegenpartij, die het effect of subfonds kan zijn. Het effect of subfonds dat de opdrachtgever is van de transacties moet details verstrekken over zijn classificatie (FC, NFC+ of NFC-), toestemming voor gedelegeerde rapportering en de aanvraag van een Legal Entity Identifier (“LEI”).
Vrijstellingen krachtens artikel 1, lid 4 en 5 van EMIR
Artikel 1, lid 4, en artikel 1, lid 5, van EMIR stellen bepaalde entiteiten vrij van sommige of alle in EMIR uiteengezette verplichtingen, afhankelijk van hun classificatie. Meer in het bijzonder zijn entiteiten die zijn vrijgesteld op grond van artikel 1, lid 4, vrijgesteld van alle verplichtingen in EMIR, terwijl entiteiten die zijn vrijgesteld op grond van artikel 1, lid 5, zijn vrijgesteld van alle verplichtingen behalve de rapportageverplichting, die van toepassing blijft.
Entiteiten die vallen onder artikel 1, leden 4 en 5, van EMIR
Artikel 1, lid 4, was aanvankelijk alleen van toepassing op centrale banken van de EU, overheidsorganen van de Unie die betrokken zijn bij het beheer van de overheidsschuld en de Bank voor Internationale Betalingen. Vervolgens werd de toepassing van de vrijstelling van artikel 1, lid 4, uitgebreid tot de centrale banken en schuldbeheerskantoren van de Verenigde Staten en Japan. De Commissie heeft aangegeven dat andere buitenlandse centrale banken en schuldbeheerskantoren in de toekomst kunnen worden toegevoegd als zij ervan overtuigd is dat in die rechtsgebieden gelijkwaardige regelgeving is ingevoerd. Artikel 1, lid 5, stelt in grote lijnen de volgende categorieën entiteiten vrij:
- Multilaterale ontwikkelingsbanken;
- Niet-commerciële entiteiten uit de publieke sector die eigendom zijn van en gegarandeerd worden door de centrale overheid; en
- De Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit en het Europees Stabiliteitsmechanisme.
OTC en op de beurs verhandelde derivaten
Er is geen onderscheid tussen rapportage van op de beurs verhandelde derivaten (“ETD’s”) en OTC-contracten binnen de niveau 1-regelgeving, technische uitvoeringsnormen of technische regelgevingsnormen van ESMA.
Het contract moet worden geïdentificeerd met behulp van een unieke productidentificatiecode. Daarnaast zal voor transacties een unieke trade identifier vereist zijn. In het geval dat een wereldwijd overeengekomen systeem van productidentificatoren niet tot stand komt, is gesuggereerd dat International Securities Identification numbers (“ISIN”), Alternative Instruments Identifiers (“AII”), of Classification of Financial Instruments Codes (“CFI”) als alternatieven kunnen dienen.
Uitgifte van Legal Entity Identifiers (LEI)
Alle tegenpartijen in de EU die derivatentransacties aangaan, zullen een LEI moeten hebben om aan de rapporteringsverplichting te voldoen. De LEI wordt gebruikt voor het rapporteren van tegenpartijgegevens.
Een LEI is een unieke identificatiecode of code die aan een rechtspersoon of structuur is gekoppeld en die de ondubbelzinnige identificatie van partijen bij financiële transacties mogelijk maakt.
Meer informatie vindt u hier: Legal Entitity Identifier.
Bovenstaande informatie is niet bedoeld als allesomvattend of uitputtend, noch als definitieve interpretatie van de verordening, maar als samenvatting van de EMIR-verordening van ESMA en de daaruit voortvloeiende rapportageverplichtingen voor transactieregisters.
Veelgestelde Vragen
De Trade Repository die Interactive Brokers gebruikt is Regis-TR.
Als één van de volgende clearingdrempels wordt overschreden, wordt het bedrijf geclassificeerd als een NFC+. Posities moeten worden berekend op basis van een voortschrijdend gemiddelde over 30 dagen:
- 1 miljard EUR in bruto nominale waarde voor OTC-kredietderivatencontracten;
- 1 miljard EUR in bruto nominale waarde voor OTC-aandelenderivatencontracten;
- 3 miljard EUR in bruto nominale waarde voor OTC rentederivatencontracten;
- 3 miljard EUR in bruto nominale waarde voor OTC FX-derivatencontracten; en
- 3 miljard EUR in bruto nominale waarde voor OTC-derivatencontracten voor grondstoffen en andere OTC-derivatencontracten die hierboven niet zijn genoemd.
Om te berekenen of een clearingdrempel is overschreden, moet een NFC de transacties van alle niet-financiële entiteiten in haar groep samenvoegen (en bepalen of die entiteiten al dan niet binnen of buiten de EU zijn), maar transacties die voor hedging- of treasurydoeleinden zijn aangegaan, buiten beschouwing laten. De term “afdekkingstransacties” in deze context betekent transacties waarvan objectief kan worden vastgesteld dat ze risico’s verminderen die rechtstreeks verband houden met de handelsactiviteit of financieringsactiviteit voor kasbeheer van de NFC of haar groep.
FC’s en NFC+’s dienen alles te rapporteren over:
- Mark-to-market of mark-to-model waarderingen van elk contract
- Details van alle onderpanden die zijn gesteld, hetzij op transactie- of portefeuillebasis (d.w.z. wanneer onderpanden worden berekend op basis van nettoposities die voortvloeien uit een reeks contracten in plaats van per transactie te worden gesteld).
De begindatum van de rapportage is 12 februari 2014:
- Nieuwe contracten die ze aangaan op of na 12 februari, op een transactiedatum +1;
- Posities van contracten die zijn aangegaan op of na 16 augustus 2012 en nog open staan op 12 februari 2014 moeten uiterlijk op 12 februari 2014 worden gemeld aan een transactieregister;
- Posities die openstaan op basis van contracten die vóór 16 augustus zijn gesloten en nog open staan op 12 februari 2014, moeten uiterlijk op 13 mei 2014 aan een transactieregister worden gemeld;
- Rapportage van waardering en onderpanden moet uiterlijk op 12 augustus 2014 aan een transactieregister worden gerapporteerd;
- Contracten die vóór, op of na 16 augustus 2012 zijn aangegaan maar op 12 februari 2014 nog niet open waren, moeten uiterlijk op 12 februari 2017 aan een transactieregister worden gerapporteerd.
Er moet informatie worden gerapporteerd over de tegenpartijen bij elke transactie (tegenpartijgegevens) en de contracten zelf (gemeenschappelijke gegevens).
Er zijn 26 items die moeten worden gerapporteerd met betrekking tot tegenpartijgegevens en 59 items die moeten worden gerapporteerd met betrekking tot gemeenschappelijke gegevens. Deze items worden uiteengezet in de tabellen 1 en 2 van de bijlage bij de technische reguleringsnormen van ESMA betreffende de aan transactieregisters te rapporteren minimumgegevens.
Tegenpartijen en ctp’s moeten een rapport opstellen:
- wanneer een contract wordt aangegaan
- wanneer een contract wordt gewijzigd
- wanneer een contract wordt beëindigd
Er moet uiterlijk op de werkdag na het afsluiten, wijzigen of beëindigen van het contract een rapport worden opgesteld.
Rapportage is van toepassing op zowel OTC-derivaten als op op de beurs verhandelde derivaten. De rapportageverplichting geldt voor tegenpartijen bij een transactie, ongeacht hun classificatie. Let op:
- Rapportage van waardering en onderpand is alleen vereist voor FC’s en NFC+’s
- Elke transactie moet normaliter door beide tegenpartijen worden gerapporteerd.
Meer informatie over de Legal Entity Identifier vindt u hier.