Artikel laten voorlezen
|
Omdat de ETF-wereld u wel eens zou kunnen verwonderen maar ook overdonderen, heeft u hier een uitgebreide uiteenzetting van de ETF-markt. Na het lezen van dit artikel zal u alle belangrijke aspecten van ETF’s kennen.
Dit moet u een antwoord bieden op de vraag: “Welke ETF koop ik?”
De onderwerpen die worden besproken:
Smart beta ETF
Het hele beleggersgebeuren kan herleid worden naar één eenvoudig concept, risicobeheersing. Wie aan risicobeheersing wenst te doen moet kunnen diversifiëren. Een index, bijvoorbeeld Bel 20, heeft reeds een zekere diversificatie maar toch zullen er bedrijven zijn die zwaarder doorwegen in de index dan andere. De reden hiervoor is de uiteenlopende marktkapitalisatie. Om de beurswaarde te bekomen wordt de eenvoudige formule toegepast:
Marktkapitalisatie = aantal uitstaande aandelen * beurskoers
ETF-aanbieders zijn zich bewust van bovenstaand probleem en proberen vandaag de dag actief beheerde ETF’s aan te bieden. De doelstelling is om meer rendement te behalen met minder risico. Dit gebeurt op een heel systematische wijze. Op deze manier probeert men de nadelen van een normaal gewogen index uit de wereld te helpen en met behulp van alternatieve wegingsmethoden, het beter te doen dan de normale index. Dergelijke commercialisatie van ETF’s heet in het jargon smart beta ETF’s.
Een beleggingsfonds heeft een actieve strategie en een ETF heeft een passieve strategie. Omdat dit een zwartwit verhaal is, zijn ETF-aanbieders van start gegaan met een tussenweg te bewandelen. De zogenaamde smart beta ETF’s. Smart beta ETF’s geven de belegger het beste van passief en actief beheer.
Synthetische en fysieke ETF’s
De doelstelling van een ETF is om dezelfde resultaten te behalen als de gekozen index. Deze resultaten zullen zelden identiek zijn. Al was het maar door de aangerekende kosten aan de ETF-belegger. De aanbieder kan kiezen tussen twee ETF-structuren die elk hun voor- en nadelen hebben.
Fysieke replicatie
Een index bestaat uit meerdere aandelen. Een ETF die fysieke replicatie toepast zal elk aandeel of een significant aantal aandelen van deze index effectief aanhouden. Als er een ETF op de BEL 20 index zou bestaan die van het fysieke type is, dan zouden alle 20 aandelen of een significant deel ervan gekocht worden.
De voordelen hiervan zijn de simpliciteit en voornamelijk ook de transparantie. Doordat de stukken effectief worden aangekocht is er de mogelijkheid om deze uit te lenen aan derden. Zo wordt er gezorgd voor een extra inkomstenstroom.
Doordat de aandelen daadwerkelijk gekocht worden zorgt dit voor een meerkost ten opzicht van de synthetische ETF’s. De kosten worden doorgerekend aan de ETF-koper waardoor mogelijks de winsten afgeroomd worden. Alsook is het niet evident om alle aandelen te kopen indien de index bestaat uit 1000 aandelen. Voor sommige indexen is een fysieke replicatie niet mogelijk. Het tweede nadeel is de tracking-error. Met andere woorden hoeveel de ETF haar prestatie afwijkt van de indexprestatie.
Synthetische replicatie
Naast de fysieke bestaat er een meer geavanceerde vorm om een index te repliceren. De tweede ETF-structuur heet synthetische replicatie. Het is dikwijls zeer duur en praktisch onmogelijk om een fysieke ETF aan te bieden op bepaalde niches. Hierbij kan gedacht worden aan zeer kleine en/of illiquide stukken. Synthetische ETF’s worden vaak als exotisch bestempeld doordat er gebruik gemaakt wordt van derivaten, ook wel afgeleide producten genoemd. Er zijn ETF-aanbieders die beide types aanbieden. Andere specialiseren zich dan weer in slechts één type. De grootste ETF-aanbieder bijvoorbeeld, iShares, zweert bij het verschaffen van fysieke ETF’s.
Accurate resultaten is wat iedere belegger zou moeten nastreven en zo ook de ETF-aanbieders. Via synthetische replicatie slagen ze er pakken beter in dan via de fysieke tegenhanger. Er kan met andere woorden gesteld worden dat de tracking error kleiner is. Doordat de aanbieder geen fysieke stukken dient te kopen zijn de kosten bij een synthetische ETF lager. Het gaat zelfs zo ver dat sommige synthetische ETF’s een TER (Total Expense Ratio) van nul hebben.
Een nadeel die sterk op de voorgrond treedt is het tegenpartijrisico. Om dit goed te begrijpen moet het fenomeen ‘swap’ duidelijk zijn. Een swap is een afspraak tussen twee partijen om toekomstige financiële inkomsten of financiële verplichtingen te ruilen. Bij een synthetische ETF gaan de ETF-aanbieder en de swaptegenpartij de verbintenis aan om de return van een index te ruilen voor de return van het onderpand. Het valt te begrijpen dat een hele boel beleggers niet staan te springen om dergelijk tegenpartijrisico tot zich te nemen.
Soorten smart beta ETF
Hieronder vindt u verschillende soorten smart beta’s om het abstractieniveau ervan naar beneden te halen.
Lage volatiliteit
Bij een index zal de wegingscoëfficiënt bepaalt worden door de marktkapitalisatie. Maar er bestaan smart beta’s die het gewicht gaan toekennen op basis van historische volatiliteit. Kenmerkend voor deze ETF’s is dat er een hoger gewicht gegeven wordt aan die aandelen met een lagere historische volatiliteit dan aan aandelen met een hogere historische volatiliteit.
Fundamenteel gewogen index
De bepalende factor voor de weging van een aandeel kan van fundamentele aard zijn. Één van de bekendste fundamentele gewogen ETF’s is de FTSE RAFI U.S. 1000. Deze smart beta geeft aan de aandelen een fundamentele score op basis van omzet, boekwaarde en dividenden. De aandelen met de hoogste fundamentele score worden opgenomen in de ETF. Op deze manier heeft u een spreiding en maakt u gebruik van de fundamentele analyse van professionals.
Gelijkgewogen index
Dit is de eenvoudigste van de smart beta ETF’s. Hierbij zal bij elke herweging van de ETF resulteren in aandelen die een gelijk gewicht kennen. Mochten we deze methode toepassen op de BEL 20 komen we aan een situatie waarbij elk aandeel 5 procent vertegenwoordigt, ongeacht hun marktkapitalisatie.
De voor- en nadelen van smart beta ETF’s
Voordelen
Een betere return dan die van de algemene markt is altijd mooi meegenomen. Met behulp van smart beta ETF’s (alternative indexing) lukt dit vaak, hoewel er hier absoluut geen garantie voor is. Uit verscheidene studies blijkt wel dat deze manier van beleggen voor een outperformance zorgde ten opzichte van de S&P 500.
Door het actievere beheer die alternative indexing met zich meebrengt, wordt er op geregelde basis een aanpassing gedaan in de weging. Hierdoor spelen beleggers met smart beta ETF’s korter op de bal. De bijstelling van de index gebeurt op een zeer systematische wijze waardoor elke menselijke emotie eruit wordt gehaald.
Nadelen
Doordat smart beta ETF’s specifiek op een aantal elementen gaat focussen, is het mogelijk dat de spreiding uit het oog wordt verloren. En dit kan tot gevolg hebben dat de ETF een lagere performantie heeft dan haar benchmark. Bovendien brengen dergelijke situaties meer risico met zich mee dan een gewone ETF.
Er worden een aantal factoren gekozen die de weging bepalen wat kan leiden tot een hoge complexiteit. Natuurlijk zijn deze factoren gekozen op basis van historische gegevens. De ETF-aanbieder gaat er met andere woorden van uit dat het verleden zich zal herhalen in de toekomst. Een verandering van marktklimaat kan ervoor zorgen dat de gekozen factoren helemaal niet meer significant zijn.
Indien een belegger verschillende smart beta exchange traded funds in portefeuille heeft kan het zijn dan ETF A long gaat op product X en ETF B short gaat op product X. Het enige resultaat voor de belegger is een hogere transactiekost die aangerekend zal worden. Als de kosten worden vergeleken van een smart beta ETF en een gewone ETF komt meteen naar voor dat deze eerste zijn kosten een pak hoger liggen.
Smart beta ETF’s zijn op dit moment enkel toegankelijk in de aandelensector. Dit kan een groot nadeel betekenen voor sommige beleggers.
Risico’s verbonden aan ETF’s en smart beta ETF’s
Beleggers en investeerders moeten altijd rekeninghouden met de risico’s die beleggen met zich meebrengt. Beleggen is geen exacte wetenschap waardoor de risico/rendement ratio altijd het eerst is waaraan gedacht moet worden. Voor de aankoop moet iedere belegger voor zichzelf uitmaken wat hij of zij kan en wil verliezen. Bovendien volstaat een éénmalige analyse van het risico niet. Er moet een element van bestendigheid zijn in de risicoanalyse. De beurs is zeer veranderlijk dus de benadering van beleggers moet dit ook zijn.
Een berekening van het risico is eenvoudig gemaakt aangezien de hedendaagse technologie toelaat om bijvoorbeeld stop- en trailorders te gebruiken. Dit type orders kunnen ervoor zorgen dat uw risico op voorhand in grote mate gekend is.
Voorbeeld:
Een investeerder heeft €10.000 ter beschikking en wenst niet meer dan 15 procent verlies te boeken. Het berekent risico is €1.500. Een aankoop van ETF XYZ, wat de investeerder al een intrinsieke spreiding geeft, kan samen gaan met het inleggen van een stop-order. De stopkoers wordt op 15 procent van de aankoopprijs gelegd.
Traditioneel wordt de term risico onderverdeeld in onderstaande risico’s (toepassing op ETF’s):
- Tegenpartijrisico is het risico dat de tegenpartij niet aan zijn of haar verplichtingen kan voldoen. Het tegenpartijrisico bestaat zowel bij synthetische als fysieke ETF’s. De fysieke ETF’s doen vaak aan het uitlenen van effecten. Hierdoor creëert de ETF-aanbieder wel een extra inkomen maar ook een bijkomend risico. De mogelijkheid bestaat dat de tegenpartij de stukken niet tijdig kan teruggeven. Bij synthetische ETF’s wordt gewerkt met swaps. Deze swaps houden in dat kasstromen uitgewisseld worden tussen de ETF-aanbieder en een tegenpartij. Hier bestaat het risico uiteraard dat op een gegeven moment de tegenpartij hier niet meer toe in staat is.
- Liquiditeitsrisico zorgt ervoor dat een positie niet aan een aanvaardbare prijs verkocht kan worden. Dit risico is er bij ETF’s minder omdat de ETF-aanbieder altijd ETF-deelbewijzen kan schrappen of bij creëren. Een uitzondering op dit verhaal zou wel eens een flashcrash kunnen zijn zoals in het verleden is voorgekomen op de beurs. Bij een flashcrash zal de beurs makkelijk enkele tientallen procenten zakken voor enkele seconden of minuten.
- Het marktrisico houdt het gevaar in dat de ETF minder waarde heeft bij verkoop dan bij aankoop. Dit is het risico dat iedere belegger zal moeten accepteren als hij of zij wil deelnemen in het gebeuren op de financiële markt.
- Valutarisico kan zorgen voor een afroming van de potentiële winst. Indien de ETF noteert in een vreemde valuta zal bij verkoop van de positie de winst uitkeren in de munt van notering. De valutamarkt is uiteraard niet blijven stilstaan gedurende deze periode. Het is mogelijk dat de euro een pak meer waard is geworden ten opzichte van de vreemde valuta waardoor de winst uitgedrukt in euro minder wordt. Dit risico is er bij elke belegging die u doet in een buitenlandse valuta.
- Afwijking benchmark zorgt ervoor dat de performantie van de ETF niet dezelfde is als de index die men tracht te volgen. Dit is uiteraard een mes die aan twee kanten snijdt. Er kan een beter resultaat maar ook een minder goed resultaat behaald worden. ETF’s hebben doorgaans als doel om de index zo goed mogelijk te volgen.
- Stopzetting is een risico die zich sterk opdringt bij ETF’s. Elk jaren komen en gaan vele exchange traded funds. Elke belegger moet een evenwichtige portefeuille weten samen te stellen aan de hand van een persoonlijke strategie. Als de belegger het ongeluk heeft dat het net zijn ETF is die geschrapt wordt dan moet er gedwongen verkocht worden. Vaak zal na de bekendmaking hiervan een kleine verkoopgolf de ETF overspoelen.
Bekende ETF’s en ETF-aanbieders
ETF-aanbieders
De ETF-aanbieders zijn niet meer om één hand te tellen doordat de markt jaar na jaar sterk groeit. De ene zal zich specialiseren op een bepaalde niche terwijl de andere eerder het globale plaatje bekijkt en een hoge variëteit aan ETF’s aanbiedt. De onderstaande top drie heeft meer dan 80 procent van het totale beheerd vermogen van de ETF-sector in handen.
iShares van Blackrock
Het fondsenhuis heeft veel succes met haar iShares ETF’s en is de onbetwiste nummer één als het gaat om AUM (Totaal beheerd vermogen). iShares is een waaier van ETF’s die sinds 2009 is overgenomen van Barclays. iShares had naar eigen zeggen maar liefst USD 1.000 miljard totaal beheer vermogen eind juni 2016. Met haar 700 ETF’s is iShares ook op dat vlak één van de grootste.
Vanguard
Vanguard behoort tot de top drie grootste ETF-aanbieders. Deze opmerkelijke groei wordt ondersteund door de lage kosten die Vanguard aanrekent. Het verschil tussen de nummer één en twee is toch aanzienlijk. Vanguard heeft een totaal beheerd vermogen van USD 450 miljard ten opzichte van de USD 1.000 miljard van iShares.
State Street Global Advisors
De top drie wordt afgesloten door de SPDR ETF’s. Hun ETF’s worden ook wel eens spiders genoemd onder de beleggers en zijn in handen van Standard & Poors. Ze bieden meer dan 100 ETF’s aan en staan hiermee op de derde plaats. Vanguard heeft recentelijk de tweede plaats overgenomen van State Street Global Advisors.
De populairste ETF’s
Een opsomming van de populairste ETF’s maken is zeer ingewikkeld. Hoe bepaalt u immers wat de populairste is? Er kan gewerkt worden met AUM. Maar er kan ook gewerkt worden met het gemiddeld verhandeld volume over een bepaald tijdsbestek. Deze twee voorgaande manieren zullen in alle waarschijnlijkheid niet leiden tot hetzelfde resultaat.
Naam | ETF-aanbieder | Reden |
QQQ | PowerShares | Populaire benchmark nl. Nasdaq 100. |
SPY | SPDR | Pupulaire benchmark nl. S&P 500. |
IVV | iShares | Alternatief voor SPY die ook goedkoper is. |
LQD | iShares | Eerste ETF voor vastrentende effecten. Zeer liquide. |
GLD | SPDR | Benchmark is goud. Goud is nog steeds zeer gegeerd. |
SSO | ProShares | ProShares is voortrekker in inverse ETF’s en ETF’s met leverage |
VTI | Vanguard | Geeft exposure van de gehele Amerikaanse aandelenmarkt. |
Relatieve sterkte en ETF’s
Wie ETF’s handelt moet zeker de tijd nemen zich te verdiepen in relatieve sterkte. Het gaat hier voor alle duidelijkheid niet over de technische indicator RSI. Relatieve sterkte omvat een rotatiemechanisme waarbij geïnvesteerd of gehandeld wordt in die specifieke ETF’s die hun sterkte in de markt bewezen hebben. Wie een analyse naar relatieve sterkte wenst te doen moet de prestaties van specifieke ETF’s naast die van de peers bekijken.
Stap 1: bepaal peersHet concept van relatieve sterkte stelt dat de prestaties van een ETF moet vergeleken worden met die van haar peers. Voorbeeld: een belegger heeft interesse in de algemene aandelenmarkt en zou hier dan ook graag in investeren. De S&P 500, Nasdaq en Russell 2000 zijn zo’n algemene indexen en kunnen als peers van elkaar beschouwd worden. De tracker SPY tracht de prestaties van de S&P 500 index te reproduceren. Peers van de SPY zijn QQQQ en IWM die respectievelijk de Nasdaq 100 en Russell 2000 als benchmark hebben. Stap 2: bepaal tijdbasisBij deze stap wordt bepaald over welke tijdshorizon de resultaten vergeleken worden. Elke vrijdag wordt bij het sluiten van de financiële markt de performantie bekeken over een specifieke periode. Dit kan één, twee, zes maand teruggaan. Stel dat in stap één een lijst is opgesteld van 20 peers. Dit zijn dus verschillende ETF’s, doorgaans ook van verschillende ETF-aanbieders. Stap 3: positierotatieDeze laatste stap is de eenvoudigste van het hele proces. Na stap twee zal de belegger over een lijst beschikken met de verschillende trackers en hun specifieke resultaten ernaast voor de gekozen tijdsperiode. Diegene met de hoogste performantie zijn de trackers die in de portefeuille moeten zitten volgens de theorie van de relatieve sterkte. |
Waar het op neerkomt is dat de sterkste producten steeds in een beleggersportefeuille moeten zitten. Van zodra bepaalde ETF’s minder beginnen te presteren dan hun peers is het tijd om hen te vervangen door diegene met de hoogste relatieve sterkte. Uiteraard kan dit model aangepast worden aan een specifiek beleggersprofiel. Een belegger die niet vaak wenst te roteren kan een langere tijdbasis nemen en de rotaties per kwartaal of semester doen. Ook kan bij het berekenen van de performantie meer gewicht gegeven worden aan de recentere performantie dan aan die van enkele maanden terug.
Hieronder is een formule terug te vinden die een grotere weging zal geven aan de recentere resultaten. Dit is zoals hierboven aangegeven aanpasbaar maar kan goed dienen als basis voor het opbouwen van een eigen strategie.
Afhankelijk van in welk kwartaal de analyse wordt gemaakt, kan de wegingscoëfficiënt verschoven worden tussen de kwartalen. De kwartalen kunnen verwisseld worden door maanden of voor de zeer korte termijnbeleggers weken. Het staat de belegger vrij om de formule te vervormen.
Belegen in ETF’s bij LYNX
Via het LYNX Handelsplatform kunt u beleggen in ETF’s.U heeft toegang tot ruim 100 beurzen in 30 landen. Bekijk het aanbood: