Beurscrash (of beurskrach)

Een beurscrash of een beurskrach zijn enorme koersdalingen binnen één dag of op meerdere opeenvolgende dagen. In sommige gevallen werd de beurscrash voorafgegaan door een langere stijging of zelfs een hype. Maar ook externe of politieke gebeurtenissen kunnen een beurscrash veroorzaken. Voorbeelden van beurscrashen zijn de zogenaamde “zwarte vrijdag” op 25 oktober 1929 of de “zwarte maandag” op 19 oktober 1987. Bij deze laatste daalde de Dow Jones Index op zijn hoogtepunt in één dag met 22,6%. Dit was de grootste procentuele daling van de index in de geschiedenis tot nu toe. De reden voor een plotselinge scherpe daling is het gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod op de beurs. Terwijl er aan de ene kant massaal verkooporders worden geplaatst, zijn er aan de andere kant nauwelijks kooporders. De dalende prijzen leiden tot de uitvoering van tal van automatische stop loss-orders, die de prijsdaling doorgaans nog versnellen. De beurscrash eindigt pas op een niveau waarop er een enorme koopinteresse is bij grote marktpartijen. Een ineenstorting van de aandelenmarkt is vaak de voorbode van een dalende beurs, d.w.z. een langere fase van koersdalingen.